Dit boek speelt zich af tussen 70 en 73 na Christus en verhaalt over het leven van vier vrouwen. Levens die onafhankelijk van elkaar spelen maar zich later intens met elkaar zullen vervlechten als de Romeinen komen en vele Joden vluchten. Hoewel elk van deze vrouwen anders is bezitten ze allemaal moed in een andere vorm. Er is Rivka, bakkersvrouw en grootmoeder die in moeilijke tijden als enige het hoofd koel houdt en wat rest van haar gezin in veiligheid brengt. Sjira, die steeds haar eigen hart bleef volgen wars tegen elke conventie of voorspelling in. Soms zelfs tegen elke logica in. Aziza, de krijger in meisjeskleren die leeft voor de jacht maar zich deemoedig aanpast aan het leven dat ze verwacht wordt te leiden. Of niet? Jaël, de roodharige, is de vierde vrouw. Verwaarloosd als kind met een dode moeder en een verbitterde vader is ze vooral aangewezen op haar broer. Tijdens diens afwezigheid leert ze haar eigen moed kennen wanneer ze op de avances van een 'leeuw' ingaat en diens kind alleen op de wereld moet brengen. Of misschien toch niet zo alleen als ze denkt...
De levens van deze vrouwen komen samen in fort Masada, het oude paleis van koning Herodes, dat dienstdoet als laatste bolwerk tegen de Romeinen. Hier wordt geleefd volgens de religieuze en sociale wetten die altijd gegolden hebben. De vraag is of deze nog toereikend zijn voor vrouwen die hun eigen wetten moesten stellen om zelfs maar tot fort Masada te raken.
Eén wet kan ieder begrijpen : geen brood voor wie niet werkt. Het leven is hard voor alle mensen in het fort en voedsel is schaars. Rivka, Jaël, Sjira en Aziza werken samen in de duiventoren. Belangrijk werk want het is de enige connectie die het fort heeft met de buitenwereld, afgezien van bloedige raids op nomaden voor voedsel en wapens. Hoewel niet even vlot of vanzelfsprekend, ontwikkelt er zich toch een onwrikbare vriendschap tussen deze vrouwen. Ze zijn immers -willen of niet- op elkaar aangewezen.
Magie heeft ook een prominente rol in dit boek, als niet- erkende vorm tegenover de religieuze praktijken die enkel de priesters mogen beoefenen. Het is Kesjafim, een subtiele, ondergrondse magie, die vrouwen beoefenen in het geheim. In bloed en botten, vuur en water huist deze magie maar evengoed ook in kruiden, bloemen of de duistere nacht die verbergt wat niet gezien mag worden. De aard van de dingen is ook belangrijk, zo is Sjira's element water en kan ze er nooit veraf zijn, Aziza leeft dan weer voor de kille aanraking van koud metaal. Het metaal dat haar influistert wie ze is en wie ze nooit zal kunnen worden.
Het leven wordt steeds grimmiger naarmate de Romeinen dichterbij komen en de angst toeslaat. Zullen de muren van Herodes nogmaals stand houden? Of zullen ze verkruimelen onder de efficiënte oorlogstactieken van de Romeinen?
Mijn mening? Het is een goed boek, dat evenwel een beetje traag op gang komt en veel raadsels bevat. Blijven lezen geeft de oplossing : er komt meer actie en de goede verstaander kan zich bezighouden met gissen naar de waarheid. Een boek waarvan de plot meteen duidelijk is, kan ook niet spannend meer zijn. Het bleef me boeien tot de laatste bladzijde maar het is niet voor mensen die graag een 'eerlijk' boek willen. Je wordt vaak op het verkeerde been gezet. Het is ook bedoeld voor dromers, wie zich de beschreven zinderende hitte en de honing druppend uit de bloemen niet kan voorstellen zal het langdradig vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten