Arthur Philips - 'De Egyptoloog'
Dit boek heb ik pas uitgelezen. Hoewel het vlot leest heeft het een tijdje aangesleept. Het verhaal intrigeert wel en je wilt weten hoe het uiteindelijk afloopt maar tussenin verflauwde mijn aandacht een beetje. Dat lag niet echt aan de personages of de verhaallijn, maar aan het gebrek aan spanning. Er gebeurde niet echt iets in het middenstuk van het boek. Het begin en einde intrigeert dan weer wel.
De verhaallijn is als volgt: In 1922 wil egyptoloog Ralf M. Trillipush de tombe van een obscure Egyptische koning opgraven. Alleen zijn er 2 twijfels, is die persoon wel egyptoloog en heeft die koning wel echt bestaan? Bovendien zijn er ook nog twee -vermoedelijke- moorden in het spel. Australisch detective Ferell onderzoekt de zaak die hem van Sidney naar Londen, Boston, Caïro en het Dal der Koningen brengt. Toch is niet Ferell maar Trillipush hier het hoofdpersonage. De -verwaande- mijmeringen van Trillipush worden uitgezet tegen de verdenkingen die Ferell koestert.
Trillipush vindt uiteindelijk een tombe maar vindt hij er de schatten waar hij op hoopte? Is Trillipush eigenlijk wel Trillipush? De lezer wordt achtergelaten met een boel vraagtekens...
Mijn theorie: Trillipush is gedood tijdens het Gallipoli- offensief en wordt nu gepersonifieerd door een van de twee 'doden'. Maar dewelke dan?
Een aanrader voor wie een detectiveverhaal wil lezen dat zich afspeelt in het Egypte van net na W.O.I.
Oh ja: In 1922 vond Carter het graf van Toetanchamon. Ook dit komt in het boek aan bod en de verwensingen en jaloerse opmerkingen van Trillipush die er in feite naast graaft en een vrijwel niets schijnt te vinden liegen er niet om. Best grappig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten