vrijdag 5 september 2014

Catherine Fisher - Corbenic, de graalburcht



Dit boek is niet wat het lijkt. Het is wat je noemt een onverwachte vondst. Het is de reden waarom mensen (enfin ik toch) naar rommelmarkten gaan of naar uitverkopen van bibliotheken. Zelfs uitverkopen van kleine bibliotheekjes. Geen twee bibliotheken zijn hetzelfde trouwens, dat is een  bewezen stelling. Het is niet waar dat ze overal dezelfde boeken hebben. En als je zonder lijstje of plan naar een bibliotheek gaat (en dat is het leukste) dan kan je echt verrast worden door de boeken die je tegenkomt. Of die jou tegenkomen, het is maar hoe je het bekijkt. Soms vind je echt het gepaste boek voor het moment. En soms is het moment niet juist en moet dat boek nog even wachten, om dan later beter gesmaakt te worden. Genoeg uitgeweid, terug naar het boek in kwestie.
Ik vond het op een uitverkoop van een kleinere bibliotheek.  Ik had nog nooit van de schrijfster of het boek gehoord maar de cover leek meteen interessant. Er zijn mensen die zeggen dat de cover van een boek niet telt en ergens hebben ze natuurlijk gelijk. Een mooie coverfoto kan een slechte inhoud niet verbeteren, maar een goede cover zorgt wel dat iemand het boek opneemt en misschien de eerste zin leest. Net dat is wat een boek nodig heeft, een kans om iemand al dan niet te bevallen. Dit boek beviel me en ik nam het mee.
Het is een moderne variant op de Graallegende. Heel bevreemdend en soms ook echt griezelig. Cal, enig kind van een alcoholverslaafde moeder stapt het thuis af. Hij gaat bij zijn oom in een grote stad wonen en begint aan een lange treinreis. Hij sukkelt in slaap, denkt dat de trein al stilstaat in zijn station en stapt uit.
Het is pikdonker en de trein is nog maar een stipje in de verte als hij een bordje ontwaart: Corbenic. Dat was dus niet waar Cal moest afstappen. Hij verzamelt zijn moed en zijn schamele bagage en begint aan zijn zoektocht naar een telefoon. Hij komt aan bij een kasteel, het enige in de wijde omtrek dat er bewoonbaar uitziet. Het kasteel herbergt die avond vele gasten en Cal wordt in hun midden opgenomen. En dan gebeurt het, hij ziet een knap, middeleeuws gekleed meisje die hem een beker toont, duidelijk een visioen. Zijn gastheer vraagt wat hij gezien heeft, Cal zegt dat hij niets gezien heeft. De mensen in de zaal gaan van een feestelijke stemming naar een hele treurige. Cal begrijpt er niets van en gaat uiteindelijk slapen in de knusse kamer die hem werd toegewezen. De volgende ochtend wordt hij wakker van de kou en de regen. Hij is alleen, zijn kamer heeft geen dak, alles ligt in puin, het kasteel is een ruïne. Een ruïne die er zo te zien al eeuwen eentje is.
Het boek had me echt in zijn greep en ik heb het vrijwel in één ruk uitgelezen. Hoewel het verhaal en de verschillende elementen er van vrij algemeen bekend zijn slaagt de schrijfster er in deze op een verfrissende manier te integreren. Het wordt een heel nieuw verhaal dat me erg beviel.
En nu hopen dat de volgende bibliotheekuitverkoop ook zo succesvol wordt!